Groothandel Sligro verkoopt minder door horecasluitingen
Met de horeca als belangrijke afzetmarkt beweegt Sligro "mee met de maat van de beslissingen van de overheid", schetst financieel directeur Rob van der Sluijs de situatie. In Nederland kampten eet- en drinkgelegenheden vorig jaar 32 weken met complete of gedeeltelijke sluitingen en geldt nog steeds een lockdown. Maar Van der Sluijs verwacht dat restaurants en cafés direct na de heropening weer vollopen met gasten, omdat Nederlanders daar nog altijd geld aan willen uitgeven. "Dat zag je afgelopen zomer ook. De restaurantsector zat direct boven het niveau van voor Covid-19."
Anders is dat voor ondernemers in de bedrijfscatering, waar Sligro ook aan levert. Veel werkgevers willen hun kantoorpersoneel ook na corona de mogelijkheid geven om thuis te werken, waardoor bedrijfskantines minder zullen verkopen. "Dat segment zal nooit meer herstellen tot het pre-coronaniveau. Maar ik heb niet het idee dat daar alleen maar boterhammen met kaas voor in de plaats komen. Mensen blijven buitenshuis lunchen."
Hoge kosten
In heel 2021 kwam er bij Sligro net geen 1,9 miljard euro aan opbrengsten binnen. Dat is 2,5 procent minder dan in 2020, het eerste jaar waarin Nederland in de greep kwam van het coronavirus. Vergeleken met twee jaar geleden gaat het om een daling van 23 procent. In de laatste drie maanden van vorig jaar was de omzet juist 21 procent hoger dan hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
Sligro gaf alleen omzetcijfers en komt pas later met de volledige jaarresultaten, maar Van der Sluijs waarschuwt alvast voor hoge kosten. Horecabedrijven willen door het grillige verloop van de coronapandemie geen overvolle voorraadkasten, dus moet de leverancier meer ritten met minder volle vrachtwagens inplannen. Dat is duur in tijden van schaarste aan arbeidskrachten en transportmiddelen.
"Dat gaat ten koste van de resultaten. Maar we hebben de financiële middelen om het uit te zitten, hoewel dat niet voor alle partijen in de markt geldt. Met elke lockdown wordt het zwaarder, en op een gegeven moment komt er een 'tipping point' waar sommige partijen zeggen: ik kan niet meer."
Door: ANP