Nederlander geeft minder geld uit aan horeca
Vooral de consumptie door huishoudens zorgde ervoor dat de economie opveerde. De bestedingen door huishoudens zijn goed voor de helft van de groei, aldus het CBS. Ook was sprake van een toename van overheidsuitgaven, investeringen en handelssaldo.
Ondanks het sterke groeicijfer is de Nederlandse economie nog niet op het niveau van voor de crisis. Daarvoor was de neergang in de eerste twee kwartalen te groot. Ten opzichte van het slotkwartaal van 2019, de laatste meetperiode van voor de crisis, is de economie in de eerste drie kwartalen dit jaar per saldo met 3 procent gekrompen. Het bruto binnenlands product (bbp) lag in het derde kwartaal 2,5 procent onder dat van het derde kwartaal van 2019.
Minder geld uitgegeven aan horeca
Huishoudens trokken in het derde kwartaal vaker hun portemonnee voor het doen van uitgaven in vergelijking met eerder dit jaar. Volgens het CBS werd in doorsnee 9,4 procent meer besteed dan in het tweede kwartaal. De overheidsconsumptie en ook de investeringen stegen met 6,3 procent. De uit- en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 8,6 en 6,8 procent toe.
In vergelijking met een jaar eerder vielen de consumentenbestedingen in het derde kwartaal 4,8 procent lager uit, tegen een min van 12,7 procent in het tweede kwartaal. Met name aan horeca, recreatie en cultuur, en vervoer en communicatie werd minder geld uitgegeven. Daartegenover werd meer geld uitgegeven aan eten, de inrichting van het huis en elektrische apparaten.
Recordgroei
Dit alles resulteerde voor de detailhandel in een recordgroei.
Het CBS merkt op dat de groeicijfers als gevolg van de coronacrisis omgeven zijn met een "grotere onzekerheid" dan bij de eerste berekening gebruikelijk is.
Door: ANP