De horecabranche kampte al voor de oorlog in Oekraïne met enorme kostenstijgingen. Alles liep flink op: voedingsmiddelen, verpakkings-, transport- en personeelskosten. Door de menuprijs te verhogen of het menu aan te passen, hebben horecaondernemers geprobeerd om de stijgingen op te vangen.

Sinds de start van de oorlog in Oekraïne eind februari zijn de prijzen nog verder omhooggegaan. Boeren moeten niet alleen meer betalen voor gas, maar ook voor landbouwproducten zoals oliezaden, graan, kunstmest en veevoer. Dit heeft vervolgens impact op de inkoopprijzen die de horecaondernemers moeten betalen voor vlees, zuivel, bier, sauzen, olie en groente.

Indirecte gevolgen

De gevolgen van de oorlog in Oekraïne zullen uiteindelijk op een indirecte manier groter zijn voor horecaondernemers. De inflatie in Nederland is namelijk de afgelopen twee maanden boven de elf procent uitgekomen. Consumenten worden hierdoor hard geraakt in hun portemonnee, waardoor zij minder geld kunnen uitgeven in de horeca.

In eerste instantie worden de gevolgen nog onderdrukt door de opgebouwde spaarreserves tijdens de pandemie en de lage werkloosheid. Toch belooft de inflatie weinig goeds als er wordt gekeken naar eerdere economische recessies waarbij er sprake was van een combinatie van een laag consumentenvertrouwen en een oplopende inflatie.

Fastfoodsector

Op basis van de eerdere economische recessies kan echter ook gesteld worden dat de quickservice sector relatief gezien het minste last van de huidige problematiek zal ervaren. Quickservice restaurants en fastfood restaurants hebben immers lagere menuprijzen en profiteren hierdoor van de trend waarbij de consument overstapt op goedkopere alternatieven, ook wel downtrading genoemd.

Daarnaast hebben deze restaurants op dit moment ook een betere startpositie, omdat zij over het algemeen beter uit de pandemie zijn gekomen dan de meeste cafés en restaurants. Wat in het verleden werkte tijdens de recessies geeft echter geen garantie voor de toekomst.

Door: Nationale Horecagids / Eline Boer