Amerikaanse monniken brouwen eigen trappist
De Amerikaanse monniken gingen niet over een nacht ijs. Bijna vijf jaar geleden gingen twee monniken op onderzoek bij het Belgische Bierfestival in Boston. Hun Europese geloofsgenoten kregen al snel lucht van de nieuwsgierige Amerikaanse monniken en de schrik sloeg hun om het hart. De acht Europese kloosters hebben immers een reputatie hoog te houden.
"Het oorspronkelijk scepticisme ontstond omdat we van buiten Europa kwamen en Amerikanen waren", zegt pater Isaac Keeley, een vrolijke kale man die al 35 jaar in het klooster woont en nu de leiding heeft over het brouwproces. "De angst bestond dat we te snel te ver wilden gaan."
Het uitstapje naar het festival in Boston was pas de eerste stap. In december 2010 pakten Keeley en een andere monnik hun koffers en reisden ze af naar België. Niet alleen om te zien hoe hun ervaren broeders het wereldberoemde bier maken, maar ook om de Europese monniken te overtuigen dat het Amerikaanse klooster de reputatie van trappisten eer aan kon doen.
Maar niet alleen de Europese monniken moesten worden overgehaald. In het Amerikaanse klooster, dat op een uur van Boston ligt, was een verhit debat losgebarsten. Sommige monniken maakten zich zorgen over de kosten van het enorme project. De monniken maken al zestig jaar jam en gelei om geld te verdienen voor de gemeenschap, maar het werd steeds duurder om het klooster te onderhouden. Uiteindelijk stemde ruim 85 procent van de 63 broeders voor het brouwproject.
De sceptische Europese monniken begonnen langzaam maar zeker geïnteresseerd te raken in de plannen van hun Amerikaanse broeders. De Europese kloosters deden drie aanbevelingen: om een kwaliteitsbier te brouwen dat tot de trappistenfamilie mag worden gerekend moesten de Amerikanen een technisch hoogstaande brouwerij bouwen, een ervaren brouwer in de arm nemen en de eerste vijf jaar slechts een enkel soort bier brouwen.
Om uiteindelijk tot een bier te komen waar ze trots op konden zijn hielpen de Europese monniken de Amerikanen met het samenstellen van het recept. Na meer dan twintig proefbrouwsels waren ze er uit. De Spencer Trappist Ale, met een alcoholpercentage van 6,5 procent, is troebel en goudgeel en combineert de zoete, gistachtige smaak van Europese trappisten met Amerikaanse invloeden.
Met het uiteindelijke product in zijn koffer vloog Keeley vorige maand terug naar België om de Europese broeders om hun deskundig oordeel te vragen. Na een presentatie over de nieuwe brouwerij kregen de Belgische monniken allen een Spencer Trappist Ale voorgeschoteld. "Ze keurden het unaniem goed", aldus Keeley. "En na de stemming volgde applaus."
Met de goedkeuring van de Europese monniken was de distributiedeal in de Verenigde Staten rond. In eerste instantie wordt Spencer Trappist Ale alleen in Massachusetts verkocht, maar er zijn plannen om het bier ook landelijk te verkopen en uiteindelijk zelfs wereldwijd.
Op nieuwjaarsdag was het tijd voor een proeverij onder de monniken. Voor veel broeders was het de eerste keer dat ze de trappist konden proberen. Keeley loopt vol als hij de proeverij beschrijft. "Het vat liep prachtig. Er zat een geweldige schuimkop op het bier. Iedereen kwam ten minste één keer bijvullen." En opeens beseft Keeley: dit is hun trappist.